EN NL

De Gevoelige Natuurgebieden van het Departement van de Drôme

Het gebied van Serre de l'Ane, een onschatbaar geologisch erfgoed
Het gebied van Serre de l'Ane,

1Chemin des temps géologiques

2Jardin des Fossiles

3Terrasse - Découverte du Grand Paysage

4Aire de pique-nique

5Vers le village de La Charce

Het gebied van Serre de l'Ane, een onschatbaar geologisch erfgoed
Dit gebied vormt een zeldzaam erfgoed omdat we er duidelijk de overgang kunnen zien tussen twee geologische etages: de Valanginien en de Hauterivien. Slechts enkele van deze gebieden in de wereld bieden dezelfde bijzonderheden. Daarom heeft het Departement van de Drôme besloten deze ruimte aan te leggen en te valoriseren.
Deze plek is erg kwetsbaar. Wij verzoeken u dus om de aangelegde ruimten niet te verlaten, de afgrond niet te beklimmen en om geen fossielen op te rapen.
Sinds zijn \'ontdekking\' in 1977 werd het gebied van Serre de l\'Ane, in de buurt van La Charce, talrijke malen bestudeerd en geniet deze overal ter wereld bekendheid bij geologen. Namelijk, dit gebied vormt een onschatbaar erfgoed omdat we er zeer duidelijk de overgang tussen twee geologische etages kunnen zien: de Valanginien (139 tot 134 miljoen jaar geleden) en de Hauterivien (134 tot 131 miljoen jaar geleden). Dit is wat u kunt ontdekken langs de hele heuvel met zijn langgerekte vorm (de serre) die het mogelijk maakt om meerdere miljoenen jaren in de tijd terug te gaan.
Slechts enkele van deze gebieden in de wereld bieden dezelfde bijzonderheden. Daarom heeft het Departement van de Drôme besloten om dit gebied aan te leggen om zijn buitengewone karakter aan zoveel mogelijk mensen te kunnen laten zien.U vindt er inderdaad meerdere interpretatiezones:
- Het Terras, die het mogelijk maakt het grote landschap dat ons omringt te bekijken en te begrijpen ;
- Het Pad uit de geologische tijden, die na enkele herhalingen van de basisbegrippen in geologie, u helpen het fenomeen te begrijpen dat u ziet ;
- De Fossielentuin die reproducties presenteert van fossielen die in het gebied en in de buurt door geologen zijn gevonden.

Deze plek is erg kwetsbaar. Wij verzoeken u dus om de aangelegde ruimten niet te verlaten, de afgrond niet te beklimmen (gevaar voor aardverschuiving) en om geen fossielen op te rapen. Wanneer zij in hun omgeving worden gevonden zijn deze voor de wetenschap zeer nuttig. Het onderzoek naar deze fossielen maakt het mogelijk onze geschiedenis te begrijpen. Het is dus voor iedereen van belang.

De plek van de Serre de l\'Ane is aangelegd dankzij partnerschappen tussen het Departement van de Drôme en de gemeenschap van La Charce, het Syndicat Mixte des Baronnies Provençales, het Centre du Val d\'Oule en het Laboratoire de Géologie de Lyon. Opdrachtgever: Departement van de Drôme
Hoofdcontractant: Alternatieve route (Bertrand RETIF) en Virginie DU JEU
Werkzaamheden: het bedrijf LIOTARD
Interpretatieparcours: Alp’Com / Kaliblue / Ducaroy Grange

De Provençaalse Baronnies, een fantastische geologische observatiepost
De Provençaalse Baronnies,

1Saint-May

2Montagne d'Angèle

3Montagne de Raton

4La Charce

5Le Fourchat

6Rosans

7Roussieux

Voor hen die weten hoe ze de tekenen van de grond en de rotsen moeten interpreteren, vertellen de Provençaalse Baronnies meerdere verhalen van de Aarde.
De eerste heeft zich afgespeeld tijdens het secondaire tijdperk (of het Mesozoïcum). De regio was toen bedekt door een zee, waar zich op de bodem sedimenten hebben gevormd. Het grootste gedeelte van de grond van de Baronnies stamt uit deze periode.
De tweede geschiedenis wordt grotendeels gemarkeerd door de tektoniek: het voortduwen van de Afrikaanse plaat zorgt voor de vorming van plooiingen met een oost-west oriëntatie.
Een nieuwe geschiedenis is vervolgens verbonden met de vorming van de Alpen. De bergen worden flink samengedrukt waardoor de rotsen sterk zijn gaan plooien. Diepe spleten breken de hardste rotsen om de bergpassen of de valleien met een noord-zuid oriëntatie (zoals de vallei van Oule) te vormen.
Tenslotte speelt de laatste geschiedenis zich voor onze ogen af, één die gemarkeerd wordt door erosie van water, ijs of wind. Voor hen die weten hoe ze de tekenen van de grond en de rotsen moeten interpreteren, vertellen de Provençaalse Baronnies meerdere verhalen van de Aarde.
De eerste heeft plaatsgevonden tijdens het secondaire tijdperk (of het Mesozoïcum), tussen 250 en 85 miljoen jaar geleden. De regio is dan bedekt door een zee die min of meer diep is. Het is een periode waarin sedimenten zich op de bodem van deze zee vormden. Deze afzettingen, die afkomstig waren uit het zuiden van het Centraal Massief, vormen de ene keer mergelaarde, en de andere keer kalkbanken, of afwisselend mergelaarde en kalklagen zoals in de Serre de l\'Ane. Het grootste gedeelte van de grond van de Baronnies stamt uit deze periode. Hier in de buurt vinden we mergelaarde in Arnayon, in Montréal-les-Sources of in de vallei van Ennuye.
De tweede geschiedenis wordt grotendeels gemarkeerd door de tektoniek: het voortduwen van de Afrikaanse plaat zorgt voor de vorming van plooiingen met een oost-west oriëntatie (tussen 45 en 35 miljoen jaar geleden). De meest harde kalklagen, die vooraf gevormd zijn, vormen het belangrijkste deel van de bergtoppen van de Baronnies, zoals, in de omgeving van La Charce, de bergkam van Duffre of die van de bergen van Raton en van Angèle. Een nieuwe geschiedenis is vervolgens verbonden met de vorming van de Alpen, en gaat nog door. De bergen ondergaan opnieuw belangrijke samendrukkingen die de rotsen sterk plooien, zoals in Saint-May of op de bergpas van Pertie (tussen Villeperdrix en Arnayon). Diepe spleten breken de hardste rotsen om de bergpassen of de valleien met een noord-zuid oriëntatie (zoals de vallei van Oule) te vormen. Deze bewegingen zorgen soms voor het omhoog werken van de oudste rotsen die bergen van pleistersteen vormen waarmee we nu pleisterkalk maken (Propiac, Lazer, Montbrun-les-Bains).
Tenslotte is de laatste geschiedenis één die zich voor onze ogen afspeelt en die gemarkeerd wordt door de erosie van water (zodat deze bergengten of lapiaz creëren), van ijs (die in het oosten gezorgd heeft voor de valleien van Durance en Buech) of door de wind.